Rieteiland

Het was een goed bewaard geheim
hoe je daar kwam:
via Stonehenge op het Confuciusplein
en het magisch pentagram.
Brandnetels beschutten
het pad dat liep naar ons domein.
Voor kinderen als wij
was dat al heel wat:
verscholen zijn.

Rieteiland, Vogeleiland,
oase in ’t beton,
vrijplaats waar alles mocht
en waar bijna alles kon.

In de lente trokken mens en dier
zich stil terug in het riet.
Het eiland was er voor geheim plezier,
je was er onbespied.
Planten en bomen verborgen ons
als een nis van levend hout.
We maakten een vuur en warmden ons
want de nacht was koud.

Rieteiland, Vogeleiland,
oase in ’t beton,
vrijplaats waar alles mocht
en waar bijna alles kon.

De fles ging rond en rook steeg omhoog
naar de hemel keer op keer.
Knipperend met hun ene oog
keken de sterren op ons neer.

Rieteiland, Vogeleiland,
oase in ’t beton,
vrijplaats waar alles mocht
en waar bijna alles kon.

(in de hut:)
Een grijze lucht,
zo ver je ziet.
Geen stukje blauw in het verschiet.
Regenwater, anders niet.
Hier onderdak raakt het me niet