Wie weet er nog wat koningsrupsen waren? De bosjes in Nieuw-West zaten er vol van, mooi zwart, wit en oranje gestreept. We verzamelden ze in jampotjes. Van welke vlinders ze de larven waren, heb ik nooit kunnen ontdekken. Ik heb ze later ook nooit meer gezien. Maar dat komt misschien door mijn ouder wordende ogen. Of omdat ik het geduld niet meer heb een half uur in een bosje te staan turen en elk blaadje om te draaien. |
Rozenbottels en koningsrupsen |
Ik boog me over bosjes heen Alles op slag vergeten Elk blaadje had zijn eigen nerf Ik smolt met blad en onkruid samen Rozenbottels en Koningsrupsen Ik buig me over bosjes heen Maar hoe ik ook kijk (en kijk en kijk) ‘k Vind er niet meer de vreemde schatten Rozenbottels en Koningsrupsen |
|
(Jan-Paul van Spaendonck) |