Bert Kreeft, een befaamde bard in Zeeland, schreef dit lied oorspronkelijk over Amsterdam-Zuid. Maar omdat hij zelf zijn eerste jeugdliefde beleefde en in zijn eerste bandje speelde in Nieuw-West, had hij geen enkel bezwaar tegen het veranderen van een paar plaatsnamen. Leonie, de zangeres, woonde in Nieuw Sloten. En zo komt alles goed. | Zwaluwen |
De zwaluwen die trokken naar het Zuiden De bladeren vielen geel van de plataan Toen ik je voor de eerste keer gekust heb En wij huilden op de hoek van de Lelylaan Je zei dat ik zo goed kon luisteren Steek je neus maar in mijn trui Dan zal ik je woorden fluisteren Die je beschermen tegen elke onweersbui
De zwaluwen die waren naar het Zuiden De kille wind trok aan ons haar Maar hoe de vorst ons ook bedreigde Wij vonden alle warmte in elkaar Je hebt ogen om te huilen Op mijn schouders heb je uitgerust En op de bankjes van het Sloterpark Heb ik je tranen weggekust
De zwaluwen die waren naar het Zuiden En ik gaf jou mijn dikke wollen das En de enigen die onze liefde deelden Waren de meeuwen bij de Sloterplas Ik zal altijd blijven houden Van die grijze novemberlucht Waarin wij elkaar toen vonden In elkaars troost zijn weggevlucht
De zwaluwen die trekken naar het Zuiden Wij blijven achter in de Amsterdamse kou Schuif de herfstbladeren maar van de stoep af Op elke tegel staat hoeveel ik van je hou
|
|
(Bert Kreeft) |